Denkt mijn mama nu aan mij?
Denkt mijn papa nu aan mij?
Of slapen ze nu ook?
Hebben ze net als ik al koffie gezet?
Zijn de hondjes al buiten geweest?
Denken ze nu ook aan mij?
Of liggen ze nog op bed?
Eens in de zoveel tijd, dan kom ik langs.
De weilanden lijken op elkaar.
Komt omdat ik de weg nog niet goed ken.
Bij het station staat een moeder en een auto voor me klaar.
We zijn blij elkaar te zien.
Ze vraagt: heb je nog was meegebracht?
Eet je wel groente? Je ziet zo wit.
Ik zeg: nee, geen was, maar wel afwas mee en ze lacht.
De hond blijft liggen op z'n kleed.
Hij kwispelt maar niet van harte.
Alsof ie me langzaam aan vergeet.
De hond blijft liggen op zijn kleed.
En iedereen lacht in het nieuwe huis;
iedereen lacht in het nieuwe huis.
Ben bang dat ik het oude langzaam aan vergeet,
net als de hond op het kleed.
Na een dag of twee, dan ga ik maar.
De weilanden lijken nog steeds op elkaar.
Ik zie door al mijn sleutels het bos niet meer.
Mijn moeder vraagt: breng je was mee de volgende keer?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten